persoonlijk

11 mei: McDrive

11 mei: McDrive

De eerste keer dat ik dacht ‘nu heb ik me echt aan mijn jeugd en opvoeding ontworsteld’, was toen ik voor het eerst in mijn eentje in de auto door de McDrive reed en een Quarter Pounder kocht.

Ja, echt.

Wij hadden thuis geen auto. Niet toen mijn ouders nog samen waren, al helemaal niet na hun scheiding. Mijn moeder heeft geen rijbewijs. Mijn vader had er wel een en die huurde nog weleens een auto. Om ons naar Utrecht te brengen bijvoorbeeld, zodat we met een busreis mee op vakantie konden. Iets waar mijn moeder drie jaar voor had gespaard, maar dat terzijde.

En daar kwam bij dat we eigenlijk ook nooit naar de McDonald’s gingen. Ik kan me één keer herinneren dat mijn zusje en ik met mijn pa gingen – nadat we hem een paar uur aan zijn hoofd hadden gezeurd. Dat ‘iedereen toch naar de McDonald’s ging’ en ‘waarom wij dan niet’, tot hij toegaf en zei ‘nou dan gaan we toch naar de McDonald’s’.

Ik geloof dat ik er niet eens echt van heb genoten toen. Dat kwam misschien ook omdat ik toen nog vegetariër was en de vega-opties nog niet zo uitbundig waren als nu.

Anyway, vervolgens ben je tiener en ga je op stap en wil je een vette bek. Of kom je, zoals ik, terug van een gekke logeernacht bij vrienden uit havo-4 die in Slochteren wonen en ben je zo gaar door het niet slapen en de busreis dat je alleen aan Franse frietjes denken kan.

Al werd de Mac nooit mijn go-to snackparadijs. Ook niet toen ik eenmaal op kamers was.

Toerentallen en apk

Tot ik mijn rijbewijs haalde, op mijn 25e. Vanaf toen ging ik elke keer als ik een auto huurde, voor wat dan ook, als het even kan door de McDrive.

Het voelde tegenstrijdig genoeg heel volwassen. Vooral (denk ik) door het feit dat ik er zelf voor kon kiezen om erheen te gaan. In mijn eentje. Met een auto. Die weliswaar niet van mij was, maar ik had in ieder geval de skills om erin te rijden. Ik had de mogelijkheden om iets te doen wat voor duizenden mensen waarschijnlijk de gewoonste zaak van de wereld was en is, maar wat voor mij altijd ontzettend ver van mijn bed was.

Het voelde alsof ik een stukje van de wereld had ontdekt, dat tot dan toe altijd buiten mijn bereik lag. Het doet me denken aan het (overigens fantastische) essay van Anouk Kootstra, Een jas die past. Een rijbewijs vergrootte mijn kansen op economisch kapitaal, maar het was zijn vooral de sociale mogelijkheden die zo’n pasje met zich meebrengt die me zijn bijgebleven.

(Als we het over een heel sec definitie van habitus hebben, of de feel for the game zoals Kootstra het noemt: ik heb nog steeds niet het idee dat ik op een ‘natuurlijke’ manier met auto’s omga. Omdat we er nooit een hadden, moet ik altijd alles erover opzoeken – hoe zit het met toerentallen, olie verwisselen, apk, hoeveel kost een auto eigenlijk?)

Nu ben ik op een punt in mijn leven dat ik door de McDrive kan wanneer ik wil. Genoeg economisch kapitaal. Maar hah, wat dacht ik nou als 25-jarige? Je jeugd en opvoeding, daar ontworstel je je niet aan. Daar leer je mee leven, als het goed is, en je leert ervan, uiteindelijk.

1 comment

Leave your comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

  • ohh dit soort stukje Malin, mogen vaker, want een klein stukje van wie jij nou bent, i love it

Related